
Jurisprudentie
BJ4198
Datum uitspraak2009-07-09
Datum gepubliceerd2009-07-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers08/2757 WW44
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers08/2757 WW44
Statusgepubliceerd
Indicatie
Weigering bouwvergunning voor vergroten balkon. Objectcriteria uit de welstandsnota hebben ook betrekking op de achtergevel. De beperkte toets op grond van de loketcriteria is niet van toepassing op balkons. Eiseres heeft het advies van de welstandscommissie onvoldoende bestreden en heeft ook geen tegeadvies ingebracht.
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Bestuursrecht
zaaknummer: 08/2757 WW44
uitspraak van de enkelvoudige kamer
in de zaak tussen:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
en
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum van de gemeente Amsterdam,
verweerder,
gemachtigde mr. H.D. Hosper.
1. Procesverloop
Verweerder heeft de aanvraag van eiseres om een bouwvergunning voor het vergroten van het balkon op de tweede verdieping van het gebouw [adres] afgewezen.
Bij besluit van 5 juni 2008 (het bestreden besluit) heeft verweerder het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 juni 2009. Eiseres is in persoon verschenen, bijgestaan door [naam 1]. Verweerder is verschenen bij voornoemde gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1. In het bestreden besluit heeft verweerder de afwijzing van de bouwaanvraag gehandhaafd wegens strijd met redelijke eisen van welstand. Verweerder heeft daartoe verwezen naar het advies van de welstandscommissie van 6 februari 2008. In dit advies heeft de welstandscommissie het bouwplan in strijd geacht met de artikelen 4.1.3 en 4.1.18. van de Welstandsnota 2006 (hierna: de welstandsnota). Uit deze zogenoemde objectcriteria volgt dat toegevoegde elementen ondergeschikt moeten zijn aan het geheel (artikel 4.1.3, onder f) en dat een erker of balkon deel moet uitmaken van de gevelcompositie en het materiaal en de kleur moeten aansluiten bij de hoofdbebouwing (artikel 4.1.18, onder a).
2.2. De rechtbank is van oordeel dat de welstandscommissie terecht heeft getoetst aan de objectcriteria van de welstandsnota en een juiste uitleg heeft gegeven aan deze criteria. Eiseres heeft aangevoerd dat de welstandscommissie zich had moeten beperken tot de detaillering en materiaal- en kleurgebruik. De loketcriteria op grond waarvan deze beperkte toets plaatsvindt zijn echter niet van toepassing op balkons. Bovendien hebben de objectcriteria die wel van toepassing zijn, anders dan eiseres stelt, ook betrekking op de achtergevel. Het standpunt van verweerder dat het bouwplan niet voldoet aan deze objectcriteria heeft eiseres onvoldoende bestreden en zij heeft ook geen deskundig tegenadvies ingebracht. Eiseres heeft verder geen bijzondere omstandigheden gesteld op grond waarvan verweerder in dit geval in redelijkheid had moeten afwijken van zijn welstandsbeleid dan wel ondanks een negatief welstandsadvies toch tot verlening van de vergunning had moeten overgaan.
2.3. Nu verweerder de afwijzing van de bouwaanvraag terecht heeft gehandhaafd op grond van artikel 44, eerste lid, onder d, van de Woningwet, laat de rechtbank in het midden of verweerder in redelijkheid gebruik had moeten maken van zijn bevoegdheid tot (binnenplanse) vrijstelling op grond van artikel 12 van het bestemmingsplan “Jordaan”.
2.4. Ten aanzien van het beroep van eiseres op schending van het gelijkheidsbeginsel overweegt de rechtbank dat verweerder in het bestreden besluit en ter zitting voldoende heeft gemotiveerd dat geen sprake is van met het balkon van eiseres vergelijkbare gevallen. Ten aanzien van Westerstraat 146 en [adres]-1e verdieping heeft verweerder gesteld dat de bouwvergunning is verleend vóór de inwerkingtreding van de welstandsnota. Ten aanzien van Laurierstraat 50 en Westerstraat 146 heeft verweerder gesteld dat het in dat geval gaat om tussenwoningen met balkons over de gehele breedte die niet vergelijkbaar zijn met de situatie van een binnenhoek van een bouwblok. De situatie van [adres]-4e verdieping heeft betrekking op een dakterras. Ten aanzien van Herenstraat 4E heeft verweerder ter zitting gesteld dat de binnenhoek in die situatie al was aangetast. Ten aanzien van Elandsgracht 57 heeft verweerder ter zitting gesteld dat in die situatie geen sprake is van een hoekopstelling. Nu het voorgaande door eiseres niet gemotiveerd is weerlegd, kan het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel naar het oordeel van de rechtbank niet slagen.
2.5. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren.
3. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.P. Kijlstra, rechter, in tegenwoordigheid van mr. S.M.P. Mulder, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2009.
de griffier, de rechter,
Rechtsmiddel
Belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te ’s-Gravenhage. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken na verzending van de uitspraak.
Afschrift verzonden op:
D: B
SB